dinsdag 3 maart 2020

Chiloé (di 18 feb - do 20 feb)

Vanwege de aanhoudende regen hebben we een ochtendhike rond Isla Los Leones, het schiereiland van Port Raúl Marin Balmaceda, overgeslagen. Naar het stadje rijden voor een kop koffie was ook geen optie, want dan zouden we gegarandeerd vast komen zitten in de blubber van de opengebroken straten. Helaas zat er dus niets anders op dan urenlang wachten op de veerpont.

De veerpont naar Quellón, Chiloé.
Toen 's middags de veerpont aanmeerde was de kade inmiddels aardig volgelopen met soortgenoten die eveneens de oversteek naar Chiloé gingen maken. Met de ramen nog beslagen van de vochtige weersomstandigheden was het ditmaal mijn taak om ons busje voor vertrek achterwaarts de veerpont op te rijden. Dit ging boven verwachting eenvoudig, waardoor een slapstickvoorstelling bespaard bleef voor tientallen toeschouwende medepassagiers op het dek.

De zitgelegenheid en restauratie bleken na een eerste inspectie licht chaotisch. Na een mislukte poging om dolfijnen en walvissen te spotten, zijn we daarom uitgeweken voor een potje Skip-Bo in ons busje. Dit was een slecht idee, want de onrustige Stille Oceaan had zijn doorwerking op ons evenwichtsorgaan. Nog voor het opleggen van de laatste kaart zijn we daarom toch maar even empanadas gaan eten in de kantine, waarbij het voorvoegsel 'voetbal' vanwege de tl-verlichting, schreeuwende tv en bij elkaar geraapte plastic stoelen niet zou misstaan. Even later bleek de chaos in het passagiersverblijf niet minder, met gezinnen die zelf luchtbedden tussen de stoelen hadden uitgestald voor de kids en het aanhoudende geschommel van de ruwe oceaan.

Vlak na vertrek op de veerpont naar Chiloé.

Na ruim vijf uur varen doemde Quellón op aan de horizon. Eenmaal aan wal schemerde het al, dus resteerde ons niets anders dan in het donker naar een kampeerplek te rijden. Vanwege de slechte staat van sommige Chileense wegen worden 's avonds rijden afgeraden, maar de drukbereden Ruta 5 verkeerde bij geluk in een prima staat. De doorvoerroute naar het noorden wordt ook wel de Pan-American Highway genoemd en loopt helemaal door naar Alaska. Het laatste half uur naar onze voorgeselecteerde kampeerplek ging over een onverharde weg met veel gaten en steile hellingen, maar was alsnog eenvoudig vanwege het ontbreken van ander verkeer. Bij aankomst konden we direct naar bed. Voor het slapen hebben we nog wel de sterren aan de inmiddels opgehelderde hemel kunnen aanschouwen.


De volgende ochtend bleken we op een prachtige plek te staan, tussen een houten kerkje en het strand. We hebben onze dag daarom aangevangen met een mooie wandeling over het verlaten strand nabij het gehucht Quilén. Daarna zijn we via de Ruta 5 naar Castro gereden. Voor de verandering weer eens een 'stad', wat gekenmerkt wordt door een mooi onderhouden Plaza de Armas en veel activiteit rond het wachten voor stoplichten. Zodra het verkeerlicht op rood staat, begint namelijk de verkoop van vers sap, wordt een jongleeract ingezet of probeert men je voorruit schoon te maken voor een kleine vergoeding.

Een bloemenzee van fuchsia langs het verlaten strand van Quilén.

In Castro konden we onze camper pal voor de opvallende geel met paarse kerk parkeren en nabij een wasserette om onze was af te geven. Na wat empanadas en koffie als ontbijt zijn we nog even het stadje gaan verkennen. De gekleurde huizen aan de waterkant deden erg denken aan de Clan Jetties in het Maleisische Georgetown, daar deze op palen boven het water staan. In dit geval hadden de vissers die de huizen oorspronkelijk bewoonden de behoefte om de woning via de straatkant te kunnen betreden en via de achterzijde direct in hun boot te kunnen stappen. Tot slot zijn we in de brandende zon naar Mercado Municipal De Castro gelopen. Op deze overdekte boerenmarkt worden voornamelijk groeten, fruit en vis verkocht. Dit was voor mij de uitgelezen kans om kennis te maken met ceviche. Dit zijn visstukjes gegaard in zuur, vergezeld met een gesnipperd uitje, tomaatblokjes en een duidelijke hint van verse koriander.

Een ceviche to-go op de Mercado Municipal De Castro.

Hierna zijn we doorgeden naar Parque Munipal Castro, voor een bezoek aan Museo de Arte Moderne Chiloé. Bij aankomst in het stadspark belandden we bij toeval in Festival Costumbrista. Dit folklorefeest is als de Rollende Keukens, maar dan zonder hipsters. De tientallen overdekte barbecuegelegenheden deden dienst als verkoopstalletjes voor lokale lekkernijen en inheemse prullaria. De jugos naturales en gegrilde vleespies vielen bij ons erg in de smaak. Daarna hebben we nog kort het museum met hedendaagse kunst bezocht, wat zonder het festival om de hoek niet de moeite was geweest.

Toch nog een hipster gespot op Festival Costumbrista.

Aan het eind van de middag zijn we vertrokken naar Isla Quinchao. Zoals te doen gebruikelijk is dit eiland in achterwaartse rijrichting per veerpont bereikbaar, maar ditmaal stond er wel een enorme rij met auto's te wachten. Na twee uur filerijden konden we eindelijk de korte oversteek maken en onze weg vervolgen richting Achao om onze voorraad aan vers drinkwater en benzine aan te vullen. Onze rustplaats voor de nacht lag wederom bij een houten kerkje aan de Stille Oceaan, ditmaal bij de baai van Quinchao. We hebben de dag in stijl afgesloten met een strandwandeling bij een ondergaande zon.

Zonsondergang gezien vanaf de baai van Quinchao.

In de ochtend maakten we plaats voor de schapen die onze kampeerplek overnamen. We zijn allereerst nog even teruggereden naar Achao om de kerk te bezoeken. Ook deze is weer vervaardigd uit hout en maakt daarmee deel uit van het UNESCO werelderfgoed. De houten kerken van Chiloé zijn uniek door hun vlakke vijfhoekige voorgevel en een afwerking van houten lamellen, waarmee de muren en daken van huizen op Chiloé ook vaak zijn bekleed. Hieraan zie je duidelijk de inheemse invloed op de zogeheten Chilote-architectuur.

Iglesia de Santa María de Loreto in Achao.

Vervolgens zijn we terug naar Castro gereden/gevaren om onze was op te halen, waarna we onze weg hebben vervolgd naar Chepu, gelegen in het noordwesten van Chiloé. Hier vind je een bos dat sinds een aardbeving in 1960 is verzonken in het zoete water van de Chepu-rivier, gemengd met het aan getijden onderhevige zoute oceaanwater. Dit levert een spectaculair landschap op, waarin kale afgestorven bomen boven het water uittorenen. Dit gebied leent zich uitstekend om met een kajak te verkennen, maar deze optie is nog niet door het massatoerisme ontdekt. De kajakverhuur staat dan ook niet duidelijk aangegeven, maar gelukkig konden we een local consulteren waar we (weliswaar tegen betaling) onze camper mochten parkeren.

Chepu Forest. (Bron: la-callejera.tumblr.com)

Bij de kajakverhuur kregen we het advies om pas rond 19:00 te vertrekken, zodat het water rustiger zou zijn. Eenmaal in het water konden we dit volop beamen, want als twee frisse hoentjes peddelden we in een gestaag tempo door het mysterieuze bos. Toen we na een uur besloten terug te keren naar het startpunt, bleek de stroming nog best stevig. Hierdoor kwamen we pas in het donker aan en uiteraard veel later dan beoogd. Gelukkig konden we nog wel bij de verhuurders thuis douchen, zodat we volledig opgefrist in ons busje konden stappen om in het donker af te reizen naar onze slaapplek aan een verlaten landpier in het noorden van Chiloé.

maandag 24 februari 2020

Parque Patagonia en Carretera Austral (do 13 feb - ma 17 feb)

Donderdag stond een lange autorit noordwaarts door Argentinië op het programma, want we moesten nodig kilometers maken om enigzins op schema te blijven. Het plannen van de tankstations vormde de grootste uitdaging van de dag, omdat ze in het desolate en dorre landschap soms meer dan 300 kilometer op zich laten wachten. 70 kilometer voor de Chileense grensovergang bij Paso Roballos verruilden we het saaie langgestrekte asfalt voor pittige onverharde wegen met verradelijke kuilen. In ruil daarvoor werden we echter wel getrakteerd op de schitterende natuur van Parque Patagonia. Aangezien we de Chileense grens pas bij zonsondergang zouden bereiken, besloten we om de nacht door te brengen aan een snel stromend beekje te midden van het fantastische natuurschoon.

Onze kampeerplek nabij een snel stromend beekje aan de Argentijnse zijde van Parque Patagonia.

De volgende ochtend hebben we ons eerst vlug opgefrist in het ijskoude beekje, wat mede door de stevige wind garant stond voor een brain freeze. We hebben onze laatste versvoedselvoorraad tot ontbijt verwerkt, zodat we wederom vlekkeloos de grens naar Chili konden passeren. Het laatste onverharde stukje Argentinië zal ons voor altijd bijblijven, want dit gevarieerde landschap met prachtige watervogels is de mooiste natuur die we tot op heden in Zuid-Amerika hebben gezien. Bovendien kwamen we slechts eens per uur een auto tegen, wat zeker bijdroeg aan deze unieke ervaring.

Overstekende guanaco's in Parque Patagonia.

Wegens onze geslonken voedselvoorraad waren we voor de lunch toegewezen op een restaurant nabij het bezoekerscentrum van Parque Patagonia. Eenmaal in het informatieve museum van het bezoekerscentrum, hebben we geleerd dat het natuurgebied tot vijftien jaar terug veel te lijden had onder schapenboeren die vrijelijk hun gang konden gaan. Door private investeringen uit de Verenigde Staten is een enorme inspanning verricht om de natuur te herstellen, met als resultaat dat het natuurreservaat recentelijk tot nationaal park is bestempeld.

Bij de uitgang van Parque Patagonia draaiden we zuidwaarts de Carretera Austral op richting Cochrane om versproducten in te slaan voor de komende periode. Deze Chileense variant van de Route du Soleil staat bekend om de bochtige wegen door een bergachtig landschap. Zeker over het meest zuidelijke deel richting Cochrane waanden we ons even in een aflevering van De gevaarlijkste wegen van de wereld, met een bochtige en smalle onverharde bergweg zonder vangrail en met veel vrachtverkeer als decor. Cochrane bleek helaas slechts over enkele kleine buurtsupers te beschikken. Het assortiment aan groente en fruit was beperkt en verkeerde grotendeels in een ontbindende status. We kunnen echter wel zeggen dat we het meest zuidelijke deel van de Carretera Austral hebben aangedaan.

De Carretera Austral gezien vanaf Google Maps.

De eerste honderd kilometer in noordelijke richting bleef de weg onverhard, maar door een beetje vaart te houden merk je weinig van de vele kuilen die de banden te verwerken hebben. Bovendien voorkom je hiermee achterliggers, zodat je soms even stevig in de ankers kunt om een gat te ontwijken. Het landschap was inmiddels veranderd in bos, met veel fuchsiastruiken en grote nalcabladen in de berm. Jammer genoeg waren er maar weinig parkeerplekken langs de route en ze stonden bovendien uiterst laat aangegeven. We hadden 's avonds daarom ook de grootste moeite om een geschikte vrijkampeerplek te vinden. Uiteindelijk hebben we in de regen nabij Puerto Rio Tranquilo overnacht.


Bij Puerto Rio Tranquilo kun je naar verluid met een kajak door mergelgrotten varen, maar vanwege de aanhoudende regen en harde wind hebben we deze activiteit laten schieten. We zijn verder in noordelijke richting gereden, in een poging om daar beter weer tegen te komen. Het eerste asfalt deed zijn intrede, maar grote stukken van de Carretara Austral waren nog onder constructie.

In Villa Cerro Castillo hebben we een completo als lunch genomen. Dit is een broodje hotdog met stukjes tomaat en guacamole. Daarna zijn we verder gereden naar Coyhaique, in een poging om een plekje voor de avond te claimen. Een van de weinige opties bleek een grasveldje aan het einde van een stevig dalende onverharde weg. Toen het halverwege echt steil begon te worden, naderde een auto van de andere kant. Om elkaar te kunnen passeren konden wij niet anders dan verder afdalen naar het recreatieterreintje. Eenmaal beneden bleek het grasveldje grotendeels blubber, door de enorme regenval van de afgelopen dagen. Bovendien stond er slechts een ander busje op het smerige veldje.

Toen we onverrichter zaken wilden terugrijden naar de doorgaande weg, bleek de weg omhoog te steil voor onze camper. Halverwege de helling stagneerde onze eerste poging, waarna het niet meer lukte om zonder terugrollen de rem los te laten. Het ging ons simpelweg niet lukken en onderaan de helling stond inmiddels ook het andere busje in de startblokken om te vertrekken. Ik besloot om de bestuurder van het andere busje maar even in te lichten over onze uitdaging. Na nog een mislukte poging heb ik hem zover gekregen dat hij het eens ging proberen. Met de nodige rokende banden en een perfecte koppel lukte het hem wonder boven wonder wel. We waren als een kind zo blij dat we geen sleepvoertuig hoefden te regelen.

Na even bijkomen in een grote supermarkt, zijn we naar een boerenweggetje buiten de stad gereden om de nacht op een andere kampeerplek door te brengen. Deze spot bleek echter niet langer te bestaan, dus we moesten onze weg door de stromende regen vervolgen. De weg liep plots dood en iemand van een camping liep naar ons toe. Gezien de omstandigheden zijn we ditmaal toch een keer gezwicht voor een betaalde plek voor €17, met een warme douche, WiFi en droge binnenaccommodatie als beloning. Bovendien kregen we, tussen het gitaar spelen door, nog wat nuttige reistips van onze gastheer.


Na een regenachtige nacht klaarde het 's ochtends enigzins op. Samen met twee andere kampeerders begonnen we onze dag met een uitleg over mate. Deze sterke slurpthee vervult een belangrijke sociale rol in de naar Chili geïmporteerde guachocultuur. Het kopje vol theeblaadjes en met ijzeren rietje wordt telkens bijgevuld met heet water en als een vredespijp aan elkaar doorgegeven. Het is daarom te hopen dat herpes nog niet zijn intreden heeft gedaan in de gauchocultuur.

Met het nodige slipwerk hebben we daarna de camping verlaten, om via de Carretera Austral richting Parque Nacional Queulat te rijden. Onderweg hebben we ditmaal geluncht in een omgebouwde afgedankte stadsbus, die je in deze regio veel langs de kant van de weg ziet staan. Twee uiterst schattige vrouwtjes wisten in een mum van tijd een lunch à la completo te bereiden. Daarna zijn we doorgereden naar een parkeerterrein met wijds uitzicht over wateren waarin vaak dolfijnen gespot worden. Het was inmiddels weer stevig gaan regenen en daarom hebben we helaas geen dolfijnen gespot. De parkeerplek bleek echter wel een prima plek om spelletjes te spelen in onze camper en later te overnachten.

Een completo hass in een afgedankte stadsbus.

De volgende ochtend stonden we precies rond openingstijd bij de ingang van Parque Nacional Queulat. Het relatief kleine park biedt een aantal korte wandelroutes aan, met een mooi uitzicht op een gletsjer en watervallen als beloning. Als een wonder regende het tijdens het wandelen niet, maar de paden waren wel erg modderig door de vele regen van afgelopen dagen. Het technische parcours en de hoge luchtvochtigheid stonden garant voor een lekker potje zweten. Gelukkig waren we voor de meute uit vertrokken, want het was inmiddels aardig druk geworden toen wij rond het middaguur het park verlieten.

Parque Nacional Queulat.

In de middag hebben we onze laatste kilometers over de Carretera Austral gereden, om vervolgens in westelijke richting een rustige onverharde weg in te slaan die zou leiden naar Port Raúl Marin Balmaceda. Tussen de buien door stond eindelijk weer eens een zelfgemaakte lunch op het menu. Ditmaal ergens op een mooi stukje bloemenweide langs de route, waar ik mijn onderzoeksmateriaal van weleer (Centris-bijen) voor het eerst in levende lijve heb zien rondvliegen.

Port Raúl Marin Balmaceda ligt op een schiereiland, welke vanuit onze rijrichting alleen met een gratis pontje te bereiken is. Het pontje beschikte over slechts één ingang, dus eenmaal aan de overzijde moesten we een heel stuk achteruit rijden over een stijle kade alvorens we onze weg in voorwaartse richting konden vervolgen. Hiermee was ik weer een nieuwe rijervaring rijker, welke later nog goed van pas zou komen. Het dorpje staat in de boeken als een mooi en rustig, maar daar was helaas niet veel van te merken. Het complete wegennet werd namelijk gerenoveerd, op net zo'n rigoreuze schaal als andere infrastructurele projecten in Chili.

Door de wegwerkzaamheden was het een hele opgave om door het dorp te rijden en om het kantoor van Naviera Austral te vinden. We wilden bij dit kantoor controleren of onze online reservering voor de oversteek naar het eiland Chiloé goed was doorgekomen. Na een half uur zoeken bleek dat de buurtsuper ons verder kon helpen op vertoon van ons bankafschrift. Hiertoe waren we niet in staat vanwege het ontbreken van mobiel internet en een haperend WiFi-signaal. Hierdoor kon de plaatselijke Mevrouw Bolle ons ook niet verder helpen In afwachting van WiFi-signaal zijn we daarom maar gaan dineren bij het aangelegen restaurant, waar we prima hebben gegeten. Dat alles inclusief een toetje met lokale specialiteiten zoals op zoet water gewekte nalca en een saus van calafatebessen.

Op zoet water gewekte nalca en een saus van calafatebessen.

Na het toetje waren onze veerboottickets inmiddels uitgeprint, dus konden we op zoek naar een geschikte slaapplek. Met de angst van eerder nog in onze benen, hebben we ditmaal niet teveel risico genomen bij het uitzoeken van een kampeerplek in de duinen. Daarom hebben we ons busje geparkeerd nabij de aanlegsteiger van de veerpont. Dit bleek achteraf een wijselijk besluit, omdat het 's nachts aan een stuk door heeft geregend en we daarom met geen mogelijkheid de duinen hadden kunnen verlaten.

woensdag 19 februari 2020

El Chaltén (di 11 feb - wo 10 feb)

Met een koolhydraatrijk ontbijt achter onze kiezen zijn we vanuit El Calafate vertrokken naar de noordkant van nationaal park Los Glaciares. Deze zijde is alleen met de auto te bereiken door met een grote boog om Lago Argentino en Lago Viedma te navigeren, met El Chaltén als eindpunt. Het dorpje zou prima passen in de Oostenrijke Alpen, inclusief Tiroler restaurants voor de 'après hike'. Vergeleken met andere dorpen in Patagonië ziet El Chaltén er verfrissend goed onderhouden uit. Dit komt mede doordat het pas in de jaren tachtig is gesticht als een blijk van Argentijnse heerschappij in een recent verleden waarin Chili het gebied dreigde in te pikken.

Het eerste aanzicht vlak voor het binnenrijden van El Chaltén was wederom veelbelovend, waarbij de puntige bergen bedekt met sneeuw ditmaal extra mysterieus aandeden door de neerdalende mist. Aan het begin van het dorp hebben we allereerst het Visitor Center bezocht, met als resultaat een advies op maat met geschikte activiteiten voor de komende 48 uur. Te beginnen met een korte wandelroute naar de Las Águilas en Los Cóndores uitkijkpunten. Het idee van een rondje lopen is hier nog niet echt bekend, dus wandelroutes zijn vaak naar een uitkijkpunt en vervolgens dezelfde route terug. Met ons richtingsgevoel was het ditmaal gelukkig wel mogelijk om de twee routes te combineren tot een mooie omloop. Hoogtepunt van de wandeling was een condor die heel laag overvloog.

Ergens tussen Mirador Las Águilas en Mirador Los Cóndores.

Het grasveldje tegenover het Visitor Center was de enige vrije kampeerplek in El Chaltén. We hadden desalniettemin een prima plekje, dat nog aardig was afgezonderd van de vele andere kampeerders. Zo konden we in ieder geval ongestoord een plasje plegen in de natuur. 's Avonds voor het slapengaan hoorde ik wel geritsel in het hoge gras naast mij. Nadat ik mijn lampje erbij had gepakt en in de richting van het geluid scheen, naderde een dier tot een meter afstand. Was het een zwerfhond? Nee, het was veel kleiner, maar zeker wel groter dan een egel. Het bleek een gordeldier te zijn!

Het landschap onderweg naar Mount Fitz Roy.

Woensdagochtend waren we vroeg uit de veren voor de langste wandeling die we ooit in ons leven hebben afgelegd. De tocht van ruim 30 kilometer vertrok vanaf onze kampeerplek, door El Chaltén naar Lago de los Tres. Dit meer ligt aan de voet van de iconische Mount Fitz Roy, welke we onderweg al mooi zagen liggen. Om wederom een rondje te lopen, zijn we door de notafagusstruiken doorgestoken naar een andere wandelroute langs de Fitz Roy rivier. Het was een prachtige en rustige route, met wederom mooie vergezichten en een diversiteit aan flora en fauna. Vooral de kleurrijke vogels, waaronder de Magelhaenspecht, waren erg indrukwekkend. Gelukkig is de regen die in de lucht hing ons bespaard gebleven, maar het waaide soms wel stevig en frisjes. Terug in El Chaltén zijn we direct doorgegaan met de 'après hike', oftewel een warmgestookt restaurant met enorme lappen vlees.

Uitzicht op Mount Fitz Roy.

zaterdag 15 februari 2020

El Calafate (za 8 feb - ma 10 feb)

Aangezien we bij toeval gestrand waren in het Puerto Natales, hebben we zaterdagochtend nog even snel een ommetje gemaakt door het kustplaatsje. Het is een uitvalsbasis voor backpackers die op doorreis zijn naar Torres del Paine, dus je vindt er vooral veel hostels en winkels. Na een kop koffie en een lokale lekkernij bij de bakker hielden wij het dus al snel voor gezien.

Tijd om onze reis in noordoostelijke richting te vervolgen naar Argentinië. Voor de grensovergang hebben we op een recreatieveldje nog zoveel mogelijk van onze versproducten tot lunch verwerkt, want die mogen officieel de grens niet over. De passage naar Argentinië verliep soepel, maar is uiteraard wel even anders dan binnen Europa. We dienden ons busje allereerst voor de 'uitgang' van Chili te parkeren, om vervolgens in een kantoortje onze reisdocumenten te laten controleren en afstempelen. Hierna konden we door een soort niemandsland enkele kilometers doorrijden naar het Argentijnse grenskantoortje. De Argentijnse douanebeambten vroegen niet eens naar versproducten en waren alleen maar enthousiast over onze vakantieplannen. We voelden ons meteen erg welkom in Argentinië.

Voor de grens van Argentinië.

Chili en Argentinië verschillen weinig van elkaar. In Argentinië word je met verkeersborden iets beter geïnformeerd over de staat van de weg. Daarentegen zijn betalingen met creditcard of geld opnemen hier minder toegankelijk, dus genoeg contact geld op zak is hier zeker handig. Ons rantsoen voor de komende dagen konden we gelukkig wel inslaan bij een supermarkt die ook Mastercard accepteerde. Om de betaling te laten slagen was wel mijn handtekening en BSN vereist, dus net iets meer gedoe dan gebruikelijk.

De bergpunten van Torres del Paine werden steeds kleiner in de achteruitkijkspiegel tijdens de drie uur lange reis door de gortdroge en heuvelachtige Argentijnse steppe. Aan de horizon voor ons lagen echter weer nieuwe besneeuwde bergtoppen op ons te wachten, ditmaal van Parque Nacional Los Glaciares. Ons reisdoel voor de dag lag in het oostelijk duingebied van backpackersoord El Calafate, waarmee we een mooi afgelegen kampeerplekje hadden gevonden. Het laatste zandweggetje met hoge keien was wel enigszins riskant, maar we zijn gelukkig niet vast komen zitten.

Onze kampeerplek in de duinen van El Calafate.

Vanaf de duinen konden we zo het ijskoude Lago Argentino in lopen. Bij gebrek aan betere alternatieven hebben we ons daarom de volgende ochtend meteen even opgefrist in het meer. Ook qua fascilitaire voorzieningen waren we overgelaten aan de natuur. De rest van de dag hebben we het rustig aangedaan, aangezien ik inmiddels flink verkouden was en het weer wat tegenviel. Wel zijn we 's middags nog even naar El Calafate gereden om een trip voor de volgende dag te boeken, met moeite wat Argentijnse peso's te pinnen en onder het genot van WiFi te lunchen. 's Avonds zijn we teruggekeerd naar dezelfde spot in de duinen.


Maandag waren we vroeg uit de veren om een dagtrip te maken naar het zuidelijke deel van Los Glaciares. Zoals de naam al doet vermoeden, staan in dit nationale park gletsjers centraal. De Perito Moreno gletsjer is het meest indrukwekkend, met een hoogte van 60 meter. Qua oppervlak is deze bovendien de derde grootste ter wereld en laat alleen gletsjers op Antarctica en Groenland voor zich. Het helderblauwe ijs steekt enorm af tegen de rest van het relatief grouwe landschap. Zelfs de alpine gletsjers op de bergtoppen vervagen bij het eeuwenoude ijs dat zich door de vallei drukt.

De Perito Moreno gletsjer.

De hoofdactiviteit van de dag betrof een wandeling over een begaanbaar deel van de Perito Moreno gletsjer. We konden onze camper midden in het nationale park parkeren om vervolgens over te stappen op een boot. Deze voer tussen de afgebrokkelde ijsschotsen richting de immense gletsjer. Na een korte wandeltocht bereikten we de voet van de gletsjer, alwaar krammen onder onze wandelschoenen werden gebonden. Klaar om het ijs te betreden.

Samen met zo'n twintig andere ecotoeristen en onder begeleiding van drie gidsen, hebben we ruim een uur over de grilliggevormde gletsjer gelopen. De ijzeren pinnen onder onze schoenen boden voldoende grip om met een veilig gevoel door een harde variant van slush puppy te stappen. De gidsen dwarrelden als bedreven ijsberggeiten om ons te begeleiden. Zo werden heuze trappen met een pikhouwel uitgehakt, zodat we naar hogere gedeelten konden lopen. Bovendien herkenden ze direct als iemand een handje nodig had ter ondersteuning. Als klap op de vuurpijl stond op het einde van het rondje een glas whisky met vers gletsjerijs op ons te wachten.

Met ondergebonden krammen over de Perito Moreno gletsjer.

Na de geslaagde tour zijn we met onze camper nog verder doorgereden naar een uitkijkpost met mooi zicht op afbrokkelende stukken gletsjerijs. De smeltactiviteit viel helaas wat tegen, aangezien de zon net achter de wolken was verdwenen. Bovendien is het lastig om te voorspellen waar je precies moet kijken, aangezien het knallende geluid gezien de afstand pas veel later aankomt dan het visuele schouwspel.

Voor onze laatste avond in El Calafate zijn we uitgeweken naar een grasveldje aan de westelijke oever van het plaatsje. We konden wederom zo het koude meer in stappen, maar wel met iets minder privacy dan ons eerdere plekje in de duinen. Bovendien liepen er veel zwerfhonden rond, waardoor je voedsel(resten) niet onbeheerd buiten kon laten staan. Zoals in wel meer Latijns-Amerikaanse landen vormen afgedankte honden een probleem in Argentinië en Chili. Ze dwalen niet alleen onbeheerd over straat, maar vormen ook een risico voor de natuurreservaten.

dinsdag 11 februari 2020

Torres del Paine (wo 5 feb - vr 7 feb)

Met een volle lading benzine en aangevulde verswatervoorziening vervolgden we onze weg in noordelijke richting. Ook ditmaal was de veerpont ons goed gezind, want binnen twintig minuten waren we de Straat Magellaan terug overgestoken. Al snel nam de begroeiing langs de route toe en zagen we voor het eerst in twee dagen bomen en struiken. Het wijdsgestrekte prairielandschap vormde als een kom om ons heen. Op het laagste punt van de vallei troffen we een meer aan met tientallen flamingo's.

Flamingo's gezien door de verrekijker.

Het zuiden van Chili is enorm dun bevolkt, dus over een traject van 350 kilometer passeer je slechts een aantal huizen en met een beetje geluk een tankstation. Onze camper kwam dus weer goed van pas voor een zelfbereide lunch langs de kant van de snelweg. Uiteraard was het aantal auto's dat ons heeft gepasseerd proportioneel aan de bevolkingsdichtheid.

Onze eindbestemming voor de dag lag aan de voet van nationaal park Torres del Paine. Het park is vernoemd naar drie spitse bergen die zelfs in het sterk geaccidenteerde landschap opvallen. De omgeving heeft veel weg van de door ons zo geliefde Franse Alpen, al worden de adembenemende vergezichten hier niet verstoord door hoogspanningsmasten, akkers en pittoreske kerkjes. De 'middle of nowhere'-ervaring wordt versterkt door complete afwezigheid van telefonisch bereik. Onze kampeerplek voor de nacht lag enkele kilometers voor de ingang van het park, met uitzicht op een waterval en rivier.

2-literfles Gato Negro met uitzicht op een waterval.

De volgende dag zijn we het nationaal park aan de zuidkant binnengereden. De onverharde wegen met veel gaten zijn een ware beproeving voor de bestuurder en steenslag van voorbij sjezende tegenliggers is haast onoverkomenlijk. Na een kort rondje wandelen langs een meer, zijn we gaan lunchen een restaurant met WiFi. 's Middags hebben we in de volle zon een makkelijke wandeltocht naar Mirador Condor gemaakt. De route leidde langs dorre bomen, die vermoedelijk zijn gesneuveld door hevige bosbranden in 2011. De condors waren in geen velden of onverharde wegen te bekennen, maar de bergtop gaf een erg mooi uitzicht over het natuurreservaat.

In het park is vrij kamperen met een camper slechts op enkele plekken toegestaan. We hebben het geasfalteerde busparkeerterrein nabij de oostelijke ingang links laten liggen en een beter alternatief gevonden in een parkeerveldje nabij het vertrekpunt voor wandeltochten naar Lago Torres. Hierdoor hadden we prachtig zicht op de Torres, maar riskeerden we wel een toeslag van 15 euro. We hadden onze smoes net voorbereid toen een man bij meerdere campers polshoogte kwam nemen en daarna koers zette richting de onze. Gelukkig bleek het slechts een andere toerist te zijn die onze startkabels wilde gebruiken om zijn accu weer aan de praat krijgen. Zo hebben wij weer onze karmapunten verdiend en bleef ons een boete bespaard.

Onze kampeerplek aan de start van de wandeltocht naar Lago Torres.

De volgende morgen waren we vroeg uit de veren voor een acht uur lange wandeltocht naar Lago Torres. Vanaf dit helderblauwe meer heb je prachtig zicht op de Torres. Ook de bergachtige route ernaar toe staat garant voor mooie kiekjes. We waren jammer genoeg niet de enige wandelaars op de route, dus bij de smalle passages door rotsformaties moesten we vaak op tegenliggers wachten. Het scheelde in ieder geval dat we vroeg vertrokken waren, zodat we niet tegelijk met alle guided tours omhoog hoefden.

Torres del Paine gezien vanaf Lago Torres.

Met 21 uitputtende kilometers in onze benen en met drie dagen zonder douche, waren we nodig toe aan een opfrisbeurt. Die hoopten we te vinden door het nationale park aan de oostkant te verlaten en een koude douchevoorziening op te zoeken in het grensplaatsje Cerro Castillo. Toeval wilde dat we Floor en Jorn tegemoet reden, zodat we midden op de slecht onderhoude snelweg nog even kort konden bijkletsen over onze recente avonturen.

Cerro Castillo bleek niet meer dan een verlaten dorp, dat vanwege een langdurige staking van de douanebeambten bij de grensovergang naar Argentinië momenteel eigenlijk geen bestaansrecht heeft. De koude douche bij het busstation bleek niet langer beschikbaar en het ontbrak eveneens aan een fatsoenlijke slaapplek. Noodgedwongen zijn we daarom een uur zuidwaarts gereden, naar Puerto Natales. Na veel moeite hebben we daar een volgeboekte camping gevonden, waar we voor een kleine vergoeding gebruik konden maken van de douchevoorziening. Daarna hebben we de nacht doorgebracht op een parkeerterrein net buiten de stad. We stonden weliswaar langs een drukke doorvoerweg, maar wel met vrij zicht over het water.

Onze prachtig gelegen kampeerplek langs de doorvoerweg naar Puerto Natales.

zaterdag 8 februari 2020

Vuurland (di 4 feb)

Het eerste nachtje wildkamperen is ons goed bevallen. Het was weliswaar koud, maar het weer zal vanaf hier alleen maar warmer worden. Misschien doe ik er goed aan om eerst een korte toelichting te geven over wat ons Mitsubishi-busje allemaal te bieden heeft. Laat ik beginnen bij het kookgedeelte, welke zich vanuit de achterklep ontvouwt. We beschikken over een krachtige gasbrander en allehande keukengerei, zodat we bijvoorbeeld 's ochtends eenvoudig een havermoutpapje kunnen bereiden. Daarnaast is de keuken uitgerust met een kraantje en wasbak, met ieder hun eigen toe-/afvoer.

In het middengedeelte van het busje vinden we de woonkamer, bestaande uit drie banken, een uitklapbare tafel en opbergruimte. 's Avonds kan alles worden platgelegd, zodat zich een ruim tweepersoonsbed vormt. De zachte bankkussens vormen een prima matras, maar slaapzakken zijn wel nodig om het warm te houden.

Voorin resteert een eenvoudig uitgevoerde cabine met krachtige benzinemotor onder de bijrijdersstoel. Als bestuurder zit je boven de accu, waardoor ons busje feitelijk met een mopsneus door het leven gaat. De voorwielen zitten redelijk ver naar achteren en het stuur is groot uitgevoerd, waardoor de bestuurder zich met trots een bus(je)chauffeur mag noemen.

Na 's ochtends afscheid te hebben genomen van Floor en Jorn, zetten wij koers richting Vuurland. We namen de noordelijke route om Straat Magellaan, welke voerde door een uitgestrekt steppelandschap met veel guanaco's en vossen, die het blijkbaar niet erg vinden om te bivakkeren in een leefomgeving zonder bomen en struiken. De wegen zijn verlaten en het dorre gras is niet in staat om de gure wind de kop in te drukken.

Een schipswrak dat in de jaren '30 is gestrand aan de kust van Vuurland.

Vuurland is te bereiken met een veerpont, waar we zonder wachten op konden rijden. Na een half uur varen konden we onze weg vervolgen naar Parque Penguino Rey, gelegen aan het oostelijke uiteinde van de Inútil-baai. Hier kun je vanaf twee uitkijkposten een kolonie van circa tachtig koningspinguïns aanschouwen. De wachtrij voor de opgestelde verrekijkers was erg lang, doordat het blijkbaar de gewoonte is om een uitgebreide fotoshootsessie te houden met de telefooncamera voor de lens van de verrekijker. Desalniettemin leuk om deze grote pinguïns van ons lijstje af te hebben gestreept.

Koningspinguïns spotten op Vuurland.

Bij gebrek aan een restauratie bij het pinguïnobservatorium, heb ik zelf maar eitjes gebakken en brood getoast op de parking. Dat is echt het voordeel van een camper en een land waar vrij kamperen erg toegankelijk is. Deze plek markeert het meest zuidelijk gelegen punt dat we tijdens onze reis - en zeer waarschijnlijk de rest van ons leven - zullen aandoen. Na de lunch vertrokken we namelijk in noordelijke richting, naar het dorpje Cerro Sombrero.

Eggs 'n toast op de parkeerplaats van Parque Penguino Rey.

Cerro Sombrero heeft niet veel te bieden, maar wel precies wat wij nodig hadden: benzine en een warme douche. Naast het lokale VVV-kantoor stond een huisje met nette wc's, douches en schoon drinkwater, waar je allemaal gratis gebruik van kunt maken. De parkeerplaats voor onze camper was niet het meest idyllisch, maar bood desalniettemin een prima plek om te overnachten.

Het steppelandschap in de omgeving van Cerro Sombrero.

donderdag 6 februari 2020

Punta Arenas (za 1 feb - ma 3 feb)

Anouska en ik reizen de hele maand februari in een camper van zuidelijk Chili naar de noordelijker gelegen hoofdstad Santiago. Chili kenmerkt zich door een extreem langgerekte geografische ligging, waardoor we onderweg een heel scala aan weersomstandigheden en landschappen zullen aantreffen. Via deze blog blijf je op de hoogte van onze avonturen.

Bij gebrek aan directe vluchten vanaf Schiphol naar Chili, vlogen we met Alitalia via Rome naar Santiago. We kwamen eerder dan gepland aan, maar de afthanse Boeing 777 naar Santiago had weinig te bieden om ons 15 uur te kunnen vermaken. Anouska kon gelukkig plaatsnemen in de stoel voor mij, waardoor we beiden iets meer ruimte hadden in de krappe kist.

Eenmaal in Santiago resteerde ons een binnenlandse vlucht naar Punta Arenas, wat op steenworp afstand ligt naar het meest zuidelijk gelegen deel van Zuid-Amerika. Onze ruime overstaptijd kwam goed van pas. We moesten namelijk best lang wachten voor de douane en de terminal vinden voor binnenlandse vluchten was ook een heel gedoe. De binnenandse vlucht, uitgevoerd door low-budgetmaatschappij LATAM, was veruit het meest confortabele gedeelte van de heenreis en bood een mooi vogelperspectief over alles wat komen gaat.

Chili gezien vanuit het vliegtuig.

In Punta Arenas werden we vriendelijk ontvangen door een medewerker van Condor Campers. Na een toelichting over het gebruik van het omgebouwde Mitsubishi-busje, hebben we op de luchthaven nog uitgebreid onze reisplannen doorgesproken. Rond 20:00 lokale tijd konden we eindelijk aanstalten maken om naar onze Airbnb in een luxe buitenwijk van Punta Arenas te rijden. Het was heerlijk om even op te frissen na anderhalve dag reizen en een maand kamperen in het verschiet.

Met vier uur tijdverschil viel de jetlag de volgende ochtend behoorlijk mee. Gelukkig waren we hierdoor wel vroeg uit de veren om het Punta Arenas te verkennen. Door het ruime assortiment aan eettentjes was een ontbijtje zo geregeld. Daarna hebben we nog wat rondgelopen door de aan water gelegen stad. Hoogtepunt was de indrukwekkende Sara Braun stadsbegraafplaats, met enorme familiegraven en muurgraven die typisch zijn voor Zuid-Amerika.

Sara Braun stadsbegraafplaats in Punta Arenas.

Later zijn we naar de shopping mall aan de rand van de stad uitgeweken om ons rantsoen voor de komende dagen in te slaan. Grote delen van Chili zijn immers onbewoond, dus winkels centreren zich rond de weinige steden en het volgende tankstation laat makkelijk 150 kilometer op zich wachten. Vanwege de exhorbitant hoge roamingkosten buiten de Europese Unie, hebben we tevens twee SIM-kaarten gekocht. Het vinden van mooie kampeerplekken is immers toch wat makkelijker met een goede internetverbinding en navigatie.

Op deze manier konden we Floor en Jorn die avond ontmoeten bij een kampeerplek nabij de luchthaven. Anouska's voetbalteamgenootje en haar vriend trekken eveneens met een busje door Zuid-Amerika, die ze voor hun sabbatical eigenhandig hebben omgebouwd tot camper. We hebben met z'n vieren een gezelige avond gehad onder het genot van een drankje en een geslaagde barbecue. Anouska en ik konden ons geen betere vuurdoop in het wildkamperen voorstellen.

Gezellig avondje met Floor en Jorn.